Madagaskar

|

Het land waar bomen ondersteboven groeien

|

Het Oost-Afrikaanse Madagaskar, het op drie na grootste eiland ter wereld, staat wereldwijd bekend om zijn fameuze baobabs. Deze bomen zouden volgens een legende zo hoog naar de hemel zijn gegroeid dat de goden hen straften. Ze pakten de bomen op en duwden hen ondersteboven, met de wortels in de lucht, weer de grond in.

Dit iconische beeld van de baobabs weerspiegelt de unieke natuur van Madagaskar, die met zijn bijzondere fauna en flora een verhaal op zich vertelt. Sinds Madagaskar honderd miljoen jaar geleden losbrak van Afrika en zich splitste van het Indiase subcontinent kon de natuur ongestoord verder evolueren. Daardoor ontstonden nieuwe diersoorten die nergens anders voorkomen, zoals de speelse maki-apen en de mysterieuze aye-aye.

Toch is er ook een donkere kant aan dit aardse paradijs. Madagaskar behoort namelijk tot de armste landen ter wereld. Het eiland staat wereldwijd op de negende
plaats op de lijst van landen met het laagste bruto binnenlands product (BBP), en in 2022 was 75,2% van de nationale bevolking arm (World Bank). Extreme
weersomstandigheden door de klimaatverandering zorgen er bovendien voor dat meer dan een miljoen Malagassiërs hongerlijden (Oxfam Novib).

Hoewel vanille, rijst, cacao en koffie tot de belangrijkste exportproducten behoren, kunnen de boeren op het platteland nauwelijks genoeg produceren om hun
gezin te voeden. Bovendien is veel van het voedsel in Madagaskar geïmporteerd en vaak te duur voor de bevolking zelf.

Hierdoor worden heel wat kinderen en jongeren gedwongen om te werken in plaats van een opleiding te volgen. Volgens cijfers van UNICEF treft dit bijna de helft
van de kinderen in de leeftijdsgroep van 5-17 jaar. Uit een rapport van kinderrechtenorganisatie Terre des Hommes en onafhankelijk onderzoekcentrum SOMO blijkt
dat velen van hen werken in micamijnen, een product dat bijvoorbeeld gebruikt wordt om smartphones te vervaardigen. Het is afmattend en gevaarlijk werk en de kinderen worden blootgesteld aan stof, zonder toegang tot gezond drinkwater. Ook commerciële seksuele uitbuiting van kinderen en jongeren, vooral in toeristische
gebieden, komt voor.

Tot slot is Madagaskar een van de landen met het hoogste aantal kinderhuwelijken ter wereld. 2 op de 5 meisjes trouwen of gaan een echtelijke relatie aan voor hun
18e verjaardag. Velen onder hen verlaten de schoolbanken. Slechts een kwart van de jongeren van middelbare schoolleeftijd gaat daarom naar school en meer dan 35% van de volwassen bevolking is analfabeet.

Jongeren van de straat halen

“Voor VIA Don Bosco en haar lokale partners zijn de uitdagingen talrijk”, vertelt Sarah Maria Truzzi, VIA Don Bosco’s project coach voor Madagaskar en Tanzania. “We werken met acht partnerscholen in Antananarivo, Ivato, Manazary, Mahajanga, Fianarantsoa en Toliara. En zoals in alle landen waar we actief zijn, werken we samen met plannings- en ontwikkelingsbureaus om onderwijsprogramma’s op te zetten en hebben we een tewerkstellingsbureau om jonge afgestudeerden te ondersteunen.”

“Het valt ook op dat onze partnerscholen in Madagaskar nauw samenwerken met andere ngo’s en kleine vrijwilligersorganisaties”, vult Stéphanie De Ryck aan, VIA Don Bosco’s head of projects en international project manager. “De jongeren in Madagaskar leven in moeilijke omstandigheden. Sommigen hebben hun ouders verloren, of hun ouders zijn te arm om voor hen te zorgen. Ze zwerven rond in de straten om te bedelen of op andere – soms gevaarlijke – manieren wat geld te
verdienen en eten te vinden. Lokale organisaties geven hen een dak boven het hoofd, sociale begeleiding en veiligheid. Deze jongens en meisjes volgen daarnaast
les in onze partnerscholen tegen een zeer lage prijs. Door die samenwerking krijgen de jongeren wat ze nodig hebben.”

Net als in de andere landen waar VIA Don Bosco actief is, zijn de onderwijsprogramma’s afgestemd op de lokale economische behoeften. Er worden cursussen
aangeboden in metaalbewerking, esthetiek, landbouw en banketbakkerij. De opleidingen zijn gericht op zowel technische als niet-technische vaardigheden, zodat
jonge afgestudeerden zo snel mogelijk terechtkunnen op de arbeidsmarkt. Het tewerkstellingsbureau werkt hiervoor actief samen met een netwerk van lokale
bedrijven en stimuleert zelfstandig ondernemerschap, wat het gebrek aan banen in loondienst helpt te compenseren.


Tijdens het huidige programma 2022-2026 zullen in totaal 10.322 Malagassische jongeren (waarvan 3.820 meisjes zijn) tussen 15 en 25 jaar genieten van
kwaliteitsvol technisch en beroepsonderwijs.