Na een samenwerking van 20 jaar, zal VIA Don Bosco in 2026 de lokale partners in Bolivia verlaten. Maar het is nog geen tijd om de balans op te maken! De komende twee jaar staan in het teken van het ‘exit-programma’. Daarbij is het voortbestaan van het tewerkstellingsbureau een van de belangrijkste doelen. Het is een instrument dat al jarenlang van enorm strategisch belang is in het prachtige land met zijn aanhoudende economische problemen.
Bolivia is reusachtig, wel 36 keer zo groot als België! Met het Andesgebergte en het Hoogland in het westen, de noordelijke Yungasweg en de laaglanden in het oosten, biedt het land een verrassende diversiteit aan landschappen die veel rijker is dan het clichébeeld dat je op de meeste postkaartjes ziet.
Net als het klimaat – tropisch op de vlakten, arctisch op grote hoogte – is Bolivia een land van extremen. Het heeft de hoogste (departementale) hoofdstad ter wereld, La Paz, op meer dan 3.600 meter boven het zeeniveau. De grootste zoutwoestijn, Salar de Uyuni, is
met een oppervlakte van meer dan 10.000 km² haast net zo groot als Vlaanderen. En het heeft de grootste inheemse gemeenschap in Latijns-Amerika, wel 62% van de bevolking, met bijna 200 verschillende volken.
“In Bolivia zijn onze partnerscholen er in alle soorten en maten”, legt Amélie Janssens uit, VIA Don Bosco’s project coach voor de Andesregio. “Zo werken we met grote stedelijke instellingen zoals het instituut El Prado in La Paz, dat bijna duizend leerlingen telt. Maar evengoed met veel kleinere, geïsoleerde scholen op het platteland. Sommige bevinden zich in de bergen, zoals de school in Kami, een klein dorpje ten westen van Cochabamba, op meer dan 4.000 meter hoog. Deze geografische verschillen hebben een invloed op zowel de studenten als onze manier van werken. Maar één ding hebben alle Bolivianen sowieso gemeen: ze zijn gelukkig!”
Wat de overgrote meerderheid van de Bolivianen echter ook gemeenschappelijk heeft, is het moeilijke economische klimaat waarin ze leven. Er is een tekort aan dollars en de arbeidsmarkt is erg ingewikkeld, vooral voor geschoolde jongeren. “Er zijn voornamelijk informele jobs, dus er is geen contractueel kader. En als het je lukt om een contract vast te krijgen, dan onderschrijven werkgevers niet noodzakelijk de sociale zekerheid.”
Deze context verklaart het jarenlange belang van het tewerkstellingsbureau dat door VIA Don Bosco werd opgericht. Het heeft negen mensen in dienst op nationaal niveau en coördineert acht lokale bureaus oftewel één per partnerschool. “Elk jaar begeleidt het Boliviaanse tewerkstellingsbureau ongeveer 1.000 jongeren naar een vaste baan of zelfstandig ondernemerschap. Dat doen ze onder andere door de onderwijsprogramma’s van de verschillende scholen te baseren op de specifieke noden van de lokale arbeidsmarkt. Die manier van werken is bijzonder doeltreffend en wordt regelmatig als voorbeeld genomen door de buurlanden. Dat de lokale partners dit na ons vertrek verder willen zetten, is een van onze mooiste prestaties.”
Het exit-programma focust zich daarom op twee punten om het voortbestaan van de tewerkstellingsbureaus te waarborgen. Ten eerste
wordt een zesdelig handboek opgesteld om de bureaus te institutionaliseren. Ten tweede wordt de opvolging van de jongeren nadat ze aan het werk zijn gezet geformaliseerd. “Deze twee punten moeten in juni klaar zijn, zodat we nog anderhalf jaar de tijd hebben om ze te testen, te evalueren en eventueel aan te passen voordat we vertrekken.”
Hoewel VIA Don Bosco de Boliviaanse partners in 2026 zal verlaten, zal er na die datum nog steeds nauw contact met hen worden gehouden. “Naast het landenprogramma hebben we ook een regionaal programma dat Ecuador, Peru en Bolivia samenbrengt, met als doel ervaringen en best practices uit te wisselen.” Ideaal dus, voor de jongeren uit de buurlanden.