Op het platteland zijn lokale gemeenschappen vaak terughoudend om hun kinderen naar school te laten gaan. Ze vrezen namelijk dat ze op die manier een makkelijke en goedkope werkkracht verliezen. Daarom hebben VIA Don Bosco en de Kameroense partners ervoor gekozen om het programma aan te passen en iedereen te betrekken: ouders, leerkrachten, dorpshoofden, religieuze leiders en zelfs de buren.
Met vijf agrarische zones en een heleboel verschillende reliëfs, klimaten en bodemsoorten, is Kameroen het Afrikaanse land bij uit uitstek om aan landbouw te doen.
Op enkele grote industriële plantages na, wordt de productie op het platteland verzorgd door wel twee miljoen familiebedrijfjes, die meestal bestaan uit een stuk grond en een paar dieren.
“Op dit moment dient de landbouw in de dorpen vooral om zelfvoorzienend te leven”, legt Emmanuel Sengafor uit. Hij is het focuspunt van VIA Don Bosco in Kameroen en educatief afgevaardigde voor PROCEFFA, een organisatie die de opleidingscentra, de CEFFA-scholen, in het land coördineert (zie verder).
Het resultaat is een paradox. “Jongeren voelen zich niet aangetrokken tot agrarische beroepen. Velen zouden graag een opleiding volgen, maar hun familie houdt hen soms tegen omdat landbouw nog steeds de belangrijkste bron van inkomsten is.” Daarom komt PROCEFFA tussenbeide.
De hele gemeenschap betrekken
De werking van de CEFFA-scholen (Centre Éducatif Familial de Formation par Alternance) is gebaseerd op twee pijlers: ten eerste de afwisseling tussen school en werk en ten tweede de directe betrokkenheid van de gezinnen en de lokale gemeenschap.
“Dat maakt het programma zo doeltreffend”, vertelt VIA Don Bosco’s project coach voor Kameroen, Elisa Lorenzoni, enthousiast. “Ouders, leerkrachten, stamhoofden, religieuze leiders, buren, … de volledige gemeenschap wordt betrokken bij het schoolleven van de jongeren. Ze bepalen samen het curriculum en de strategische beslissingen van de school, ze organiseren acties om geld in te zamelen, zoeken grond, promoten het opleidingsaanbod van de school, enzovoort. En dat werkt! Gezinnen die eerst aarzelden om hun kinderen naar school te sturen (omdat ze dan een extra werkkracht verliezen), maken nu massaal gebruik van het systeem. Hierdoor kunnen veel jonge mensen genieten van een kwaliteitsvolle opleiding die ze anders nooit gekregen hadden. Het is een schoolvoorbeeld van hoe onderwijsprogramma’s ontwikkeld moeten worden op basis van de realiteit en de economische context van het land zelf.”
Beheersing van kennis, knowhow en sociale vaardigheden
Wat het leerplan betreft, bieden CEFFA’s volledige opleidingen van twee of drie jaar aan, waarbij de studenten de helft van hun tijd op school doorbrengen en de andere helft werkervaring opdoen. Op die manier loopt een jongere tijdens zijn of haar opleiding soms wel zestien keer stage.
“De studenten geven zelf aan welke onderwerpen ze tijdens hun stages willen behandelen. Gezinnen, bedrijven en stagebegeleiders moeten deze dan goedkeuren”, legt Emmanuel Sengafor uit.
Nadien worden die thema’s tijdens verschillende theoretische lessen verder uitgebreid. “Een stage op een kippenboerderij biedt bijvoorbeeld de mogelijkheid om te kijken naar de economische principes van vraag en aanbod. Maar evengoed kan dit thema gebruikt worden tijdens de taallessen voor schrijfoefeningen over dit onderwerp. Deze methode valideert de schoolkennis en bereidt de studenten voor op hun eindexamens.”
De lokale leiders van morgen vormen
In de veertien CEFFA-scholen die ondersteund worden door VIA Don Bosco zijn de opleidingen gebaseerd op vier centrale thema’s: het fokken van kippen, het fokken van varkens, tuinieren en graanteelt. De precieze inhoud van de lessen hangt echter af van de lokale context. “In het noorden in de Sahel is het zinloos om les te geven over aardappelteelt, want aardappels worden alleen in de bergen in het noordwesten verbouwd. Op dezelfde manier geef je daar geen les in cacaoteelt, want dat is enkel mogelijk in de bossen in het zuiden.”
Dankzij deze aangepaste lesprogramma’s kunnen de CEFFA’s sterke partnerschappen opbouwen met lokale ondernemers, zowel voor stageplaatsen als voor toekomstige jobs. “Uiteindelijk groeien de studenten op tot sterke leiders met een breed scala aan vaardigheden die ze kunnen inzetten voor hun gemeenschap.”
De komende vijf jaar zullen VIA Don Bosco en de CEFFA’s 6.000 van die leiders vormen.
PROCEFFA, centrale partner in de strategie van VIA Don Bosco in Kameroen
PROCEFFA, opgericht in 2015 op initiatief van VIA Don Bosco, is het coördinatie- en promotieplatform voor de wel vijftig CEFFA-scholen in het land. Het platform heeft twee taken: het versterken van de capaciteiten van de CEFFA’s en lobbyen bij overheidsinstanties voor dit soort ‘alternerende’ opleidingen.
“Ondanks de doeltreffendheid van onze programma’s om jongeren aan het werk te krijgen, worden alternerende opleidingen niet voldoende ondersteund in Kameroen”, zucht Emmanuel Sengafor. “Wij willen aantonen dat het nochtans een zeer geloofwaardig opleidingsalternatief is voor jongeren, of ze nu op zoek zijn naar werk, zelfstandige willen worden of een vervolgopleiding willen volgen.Daarom dringen we er bij het Ministerie van Werkgelegenheid en Beroepsopleiding en het Ministerie van Secundair Onderwijs op aan om onze diploma’s te erkennen.” Daarnaast coördineert PROCEFFA de centra in een netwerk, zodat ze hun ervaring kunnen bundelen, hun vaardigheden kunnen delen en de kwaliteit van hun projecten kunnen waarborgen.